Verhaal #66 | ‘Toon mij uw tuin en ik zeg u wie u bent’

Ecoloog Henk Mellema pleit voor een groener Assendorp

Tekst: Anke Jansen
Foto’s: Natascha van Zaanen

Het huis van Henk is niet te missen. Een enorme dot weelderig groen in de voortuin onderscheidt zijn huis van de rest van de straat in de Pierik. Een straat die overigens verder ook best groen is, iets waar Henk aan bijdraagt. Henk Mellema is ecoloog en zijn liefde voor de natuur is duidelijk. Eenmaal binnen loodst hij me direct mee naar zijn achtertuin. Ik sta onmiddelijk oog in oog met een jonge merel, net uit het nest, die vanuit de struiken schijnbaar op zijn gemak onze bewegingen volgt. Om hem heen een en al groen. En nog veel meer vogels. Zijn we werkelijk in de stad?

Een groene tuin zegt dat you care

Henk begeleidt als ecoloog het egelproject van 50 tinten groen Assendorp. De actie roept mensen op om hun tuin groener te maken en toegankelijk te maken voor egels. Voor zijn werk ziet hij heel veel tuinen, van groen en biodivers zoals zijn eigen tuin, tot strak en betegeld. Henk: ‘Ik zeg altijd: toon mij uw tuin en ik zeg u wie u bent. Het is natuurlijk gechargeerd, maar als je een groene tuin hebt, zie ik dat je een leuk mens bent. Dat je open staat voor de natuur, dat you care. Als je een versteende tuin hebt, zegt dat you don’t care. Dat vind ik erg jammer, als ecoloog en als mens. We zijn uit de natuur voortgekomen. De natuur wegpoetsen is niet fair en we zijn onze eigen dief. Educatie om liefde voor de natuur over te brengen is daarom heel belangrijk.’

Het typisch Assendorpse zomergeluid van de gierzwaluw

Mensen zijn, vaak onbewust, gek op de natuur. ‘Wie houdt er niet van dat typisch Assendorpse zomergeluid van de gierzwaluw? Het is toch altijd feest als ze eind april weer komen. Als ze er niet waren, zou iedereen ze enorm missen.’ Elk voorjaar komen de gierzwaluwen weer naar vaste plekken onder de dakpannen in onze wijk. Maar er is steeds minder plek voor ze. Als huizen geïsoleerd en opgeknapt worden, krijgen ze vaak nieuwe dakpannen, waar voor zwaluwen geen plek meer is. ‘Daar maak ik me wel zorgen om. Ik wil mensen graag bewust maken dat ze meer rekening kunnen houden met de natuur, ook in hun eigen belang.’

De vinken zijn de wijk uitgezaagd

Henk heeft meer zien veranderen sinds hij hier kwam wonen in de jaren ’90. Er stonden amper schuttingen in de tuinen, waardoor bijvoorbeeld egels meer leefruimte hadden. Mensen hadden kippen in de tuin, waarvan de mussen letterlijk een graantje meepikten. De straten stonden nog vol met iepen vol met vinken, die in de loop der jaren zijn gekapt. ‘De vinken zijn de wijk uitgezaagd’, zegt Henk. ‘De wensen van mensen zijn nu anders. Bomen geven overlast. Met de komst van schuttingen en het omzagen van oude bomen is een deel van de biodiversiteit weggehaald uit de wijk.’ Hoe anders is het in de tuin van Henk. De mussen tsjilpen de oren van ons hoofd en het zoemt van de bijen. In de schutting zie ik doorgangen voor egels. Er zijn rommelhoekjes, er hangt voer voor mussen en een enorm insectenhotel. ‘En voor katten heb ik een zero tolerance beleid’ Henk wijst op de plantenspuit naast de deur. ‘Ik ben gek op katten hoor, maar niet in mijn tuin.’

Try this at home!

Voor Assendorpers die graag iets willen doen voor een groenere wijk, heeft Henk wel tips. ‘Zoals ik mijn tuin heb, vinden veel mensen het een rotzooi. Maar het zit vol leven. Ik verzamel het berkenblad van de hele straat, want dat is goede compost. Het houdt vocht vast, beschermt tegen vorst, zorgt voor insecten, en daardoor weer voor insectenetende vogels zoals roodborstjes, mezen, merels, heggenmussen, boomkruipers en zanglijsters. De hulst zit in het najaar vol met bessen voor koperwieken, houtduiven, merels en mussen. Wat een feest, ik zou zeggen, try this at home!’ Hij voegt eraan toe: ‘Ik zie dit jaar trouwens de uitbetaling van de geveltuintjes die overal zijn aangelegd. De struiken worden stevig en bieden beschutting voor zangvogels en insecten. Er gebeuren al veel goede dingen in Assendorp.’

Tips voor een groene tuin van ecoloog Henk Mellema

  1. Als je aan de slag wil, vermoord niet meteen alles in je tuin, maar observeer een paar jaar wat er allemaal leeft. Probeer dát zoveel mogelijk te faciliteren. 
  2. Zorg voor zo veel mogelijk bloeiend spul gedurende het hele jaar. Kies voor onbespoten, inheemse planten.
  3. Wees niet bang voor de klimop. Laat hem niet hoog worden, want dan kost het meer moeite hem te snoeien, maar schuw hem niet, hij is een bringer of life
  4. Zorg voor een watertje in de tuin. Graaf een cementton in en laat hem volregenen. Daarmee maak je een heleboel dieren blij.